Wormen bij honden en katten: overeenkomsten en verschillen

Honden en katten kunnen allebei last krijgen van worminfecties. Sommige wormsoorten worden gedeeld tussen honden en katten, maar er zijn ook wormsoorten die slechts bij één van de twee voorkomen. Op het gebied van wormpreventie zijn er ook veel overeenkomsten en verschillen tussen honden en katten. In deze blog bespreken we de overeenkomsten en verschillen tussen honden en katten als het gaat om worminfecties en geven we tips om besmetting te voorkomen.

Overeenkomsten en verschillen wormen
Honden en katten dragen dezelfde wormsoorten met zich mee, namelijk spoelworm, haakworm, zweepworm, lintworm, coccidiën, giardia en Franse hartworm. Sommige van deze wormen zijn overdraagbaar van hond naar kat en kat naar hond, maar er zijn ook wormen die binnen hun eigen soort aan één van deze dieren gebonden zijn. Dit zijn de overeenkomsten en verschillen bij wormen.

- Spoelworm
Honden en katten hebben allebei last van spoelwormen. Dit zijn ronde wormen die tot vijftien centimeter lang kunnen worden. Spoelworm komt vooral voor bij jonge honden en katten tot de leeftijd van 2 jaar. Honden en katten kunnen elkaar besmetten met spoelwormen.

- Haakworm
Ook haakwormen komen voor bij zowel honden als katten. De worm komt vooral veel voor bij honden en katten die in grote groepen leven, zoals asielen of kennels. Maar de worm komt ook voor bij huisdieren. Katten en honden kunnen elkaar besmetten met haakwormen.

- Zweepworm
De zweepworm is een worm die vooral veel voorkomt bij honden, maar hij kan in mindere mate ook voorkomen bij katten. Het is een worm van 5 tot 7 centimeter lang, die in de blinde- en dikke darm van katten, honden en vossen woont. Honden, katten en vossen kunnen elkaar besmetten met de zweepworm.

- Lintworm
In Nederland zijn er 4 soorten lintworm die veel voorkomen. De Dipylidium Caninum komt voor bij honden én katten en wordt overgebracht door vlooien en luizen. De Taenia teaniaformis wordt overgebracht door het eten van (delen van) andere dieren of ontlasting. Bij beide wormsoorten kunnen honden en katten elkaar besmetten.
Tot slot zijn er de vossenlintworm en de hondenlintworm, die bij alleen honden voorkomen.

- Coccidiën
Coccidiën zijn ééncellige parasieten die, vooral bij jonge dieren, kortdurend diarree kunnen geven. In Nederland zijn de bekendste coccidia Toxoplasma, Neosporum, Crytosporidium en Cystoisospora. 
Katten verspreiden Toxoplasma via hun ontlasting. Katten worden er zelf niet ziek van, maar als een hond of mens besmet raakt kan deze heel erg ziek worden. Het wordt verspreid via kattenpoep of onvoldoende verhit vlees. 
Neospora komt alleen voor bij honden en wordt verspreid via hondenpoep en rauw vlees. De parasiet kan in de baarmoeder worden overgebracht naar pups. 
Cryptosporidium zorgt bij jonge honden en katten soms voor stinkende diarree. De parasiet is rechtstreeks van dier op dier en van dier op mens overdraagbaar. 
Cystoisospora is bij honden en katten jonger dan 4 maanden de meest gevonden coccidia. Honden en katten kunnen via andere honden en katten en via rauw vlees besmet raken met de parasiet.

- Giardia
Giardia is een van de meest voorkomende darmparasieten bij honden en katten. De parasiet leeft in de darmen van de hond of kat. Hoewel het weinig voorkomt, kunnen mensen ook besmet raken met Giardia. 
Het wordt verspreid via de ontlasting van besmette dieren, maar dieren kunnen ook besmet raken door bijvoorbeeld besmet water te drinken of hun poten af te likken.

- Franse hartworm
De Franse hartworm komt voor bij honden én katten, maar de kat is er wel minder gevoelig voor. De worm leeft in de kleine bloedvaten van de longen en worden overgebracht door slakken. Honden en katten raken besmet als ze een besmette slak eten of door het eten van dieren die slakken eten, zoals knaagdieren, vogels en kikkers. Honden en katten kunnen elkaar niet besmetten met de Franse hartworm.

Preventie van worminfecties
Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. Omdat veel wormen gemakkelijk overdraagbaar zijn, is een goede preventie essentieel om zowel uw huisdier als uzelf te beschermen. Om de kans dat uw hond of kat besmet raakt te verkleinen kunt u zelf een aantal dingen doen:

- Ruim de ontlasting van uw hond direct op en verschoon de kattenbak regelmatig. Gooi de ontlasting altijd in de afvalbak.

- Houd de omgeving van uw hond of kat hygiënisch

- Laat de ontlasting van uw hond of kat frequent (4x per jaar) onderzoeken, zodat een wormbesmetting vroegtijdig kan worden opgemerkt en behandeld.

- Als uw hond veel in contact komt met wilde dieren of als uw kat buiten komt, is het verstandig om de frequentie van het ontlastingsonderzoek te verhogen.

- Voorkom en behandel vlooien bij uw hond of kat, zodat uw huisdier geen wormbesmetting kan oplopen via de vlo.

- Zorg voor persoonlijke hygiëne, zodat het besmettingsrisico zo klein mogelijk blijft.

Waarom ontlastingsonderzoek
U heeft zojuist gelezen dat er veel wormsoorten zijn die uw hond of kat kunnen infecteren. Naast dat een wormbesmetting schadelijk is voor uw huisdier, kan uw dier de wormen ook overdragen op andere dieren en mensen. Daarom is het belangrijk om frequent (4x per jaar) wormonderzoek uit te laten voeren. Zo kan een wormbesmetting vroegtijdig worden opgemerkt.

Bij Worm&Co onderzoeken we de ontlasting van uw hond of kat standaard op spoelwormen, haakwormen, zweepwormen, lintwormen en coccidiën. Aanvullend kunt u kiezen voor onderzoek naar Giardia en Franse hartworm. Als er uit het wormonderzoek blijkt dat uw dier besmet is, zullen wij u altijd een persoonlijk behandeladvies geven.

Onze partners

Categorie winnaar Horses Product van het Jaar
Categorie winnaar Horses Product van het Jaar
Preferred supplier HorseFitShop
Preferred supplier HorseFitShop
Exclusief partner FNRS
Exclusief partner FNRS
Worm&Co

Worm&Co maakt mestonderzoek écht makkelijk!